De Hobbit
De Hobbit gaat over Bilbo Balings, de hobbit. De familie Balings heeft het niet zo op avontuur en zo is ook meneer Balings. Hij zit liever lekker warm in zijn hobbit hol in Onderheuvel, maar een ander deel van hem - die hij heeft meegekregen aan zijn moeders kant van de familie - is juist avontuurlijker en altijd opzoek naar gevaar. De 50 jaar oude hobbit stond buiten een pijp te roken als hij zijn oude vriend, de tovenaar Gandalf ziet. Hij nodigt Gandalf uit op de thee. Gandalf heeft het over dat hij een reis aan het plannen is en nog iemand nodig heeft, hij geeft lichtelijk hints dat hij graag wilt dat Bilbo meegaat. Als Gandalf vertrekt krast hij wat in Bilbo zijn deur.
De volgende dag komen in paren steeds dwergen aan de deur, in totaal 13, de namen zijn: Dori, Ori, Nori, Bifur, Bofur, Bombur, Gloin, Oin, Kili, Fili, Balin, Dwalin en Thorin. Dan staat ook Gandalf voor de deur en bestellen de dwergen ieder hun lekkernijen, zonder dat er een dankje afging en dat irriteerde Bilbo zeer, hij vond het de verschrikkelijkste woensdag ooit.
Als ze ook hebben avond gegeten, begint Thorin aan zijn verhaal en legt de operatie uit, dat hij met de dwergen naar de Nevelbergen ging om het goud dat de draak Smaug gestolen heeft terug te claimen. Dan vertelt Thorin dat hij nog iemand mist, een Inbreker en hij zegt dat Gandalf hem had ingefluisterd dat Bilbo een goede Inbreker zou zijn. Dan borrelt het avontuurlijke deel in Bilbo op en gaat hij akkoord om mee te gaan.
De volgende ochtend zijn de dwergen vertrokken, na een haastig ontbijt, zonder Bilbo. Als Bilbo wakker wordt, hoopt hij dat het allemaal een droom was, maar als hij de keuken binnenloopt dat vol met vuile vaat staat, weet hij dat het toch echt is gebeurd. Dan verwijt Gandalf Bilbo dat het erg laat is en hij op moet schieten om de dwergen in te halen en er geen tijd is voor een uitgebreid ontbijt.
Dan gaat Bilbo de dwergen achterna, met in zijn achterhoofd dat hij om 11 uur in de Groene Draak moet zijn, daar heeft hij slechts 10 minuten voor. Daar staan de pony's klaar en krijgt hij van Dwalin een kap - Bilbo had geen tijd om kleren in te pakken - en Thorin zei dat hij erop kon klimmen en ze vertrokken. Ze hadden nog niet ver gereden toen Gandalf aankwam op Shadowfax.
Ze kampeerden waar ze waren en zochten een groepje bomen op terwijl het regende. Een van de pony's schrok en rende een rivier in, waardoor Fili en Kili bijna verdronken en alle bagage die zij bij zich hadden was weggespoelt. Ergens zagen licht en daar stuurden ze Bilbo op af. Bilbo vond 3 trollen en zat te dubben of hij hun zakken zou rollen of het zou melden aan de dwergen. Hij koos voor het eerste en daardoor werden de dwergen door een reeks gebeurtenissen gevangen genomen. Gandalf vervormde zijn stem tot een van de trollen en toen zij aan het ruziën waren over hoe ze de dwergen gingen opeten. Gandalf houdt hen aan het ruziën tot de eerste zonnestralen hen raakten en ze verasten. Ze vonden in de grot van de trollen zwaarden die gebruikt waren in de oorlog tegen de aardmannen. Gandalf en Thorin namen ieder een en Bilbo nam een kleine dolk in een leren schede die voor hem zo groot is als een klein zwaard.
Als ze verder reizen komen ze aan bij Rivendell, daar heerst heer Elrond, de Elfenkoning, die legt uit wat maan runen zijn die staan op de kaart die Thorin met zich meedraagt. Hij vertelt ook dat het zwaard van Thorin - Orcrist - en het zwaard van Gandalf - Glamdring. Ze hebben daar een goede tijd, maar vertrekken na 14 dagen weer.
Ze gingen richting bergen reizen en toen het hevig stormde, gingen Fili en Kili een grot zoeken. Ze hadden er een gevonden en ook alle pony's pasten er allemaal in. Maar wat ze niet wisten, was dat de grot gelinkt is aan een groot netwerk van gangen die van de aardmannen zijn. Toen ze sliepen had Bilbo boze dromen over dat de grond schudde en de muur wegschoof. Bilbo wordt schreeuwend wakker toen de dwergen werden aangevallen door de aardmannen. Ze werden gevangen genomen en Thorin werd ondervraagd over zijn zwaard. Plotseling was er een wit ligt en redde Gandalf de dwergen.
Toen ze vluchtten van de aardmannen, werd Bilbo gescheden van de rest. Hij kwam toen ergens in de grotten een schepsel tegen dat Gollem heet. Hij vindt daarvoor nog een ring, die zeer dierbaar is voor het schepsel. Gollem zei dat als hij zijn raadsels niet kon raden hij hem zou opeten. Na een paar raadels wordt het voor Bilbo erg heet onder de voeten en probeert hij nog tijd te rekken met een laatste raadsel: Wat heb ik in mijn zak? Hij kan het niet raden en gaat naar zijn plek waar hij zijn ring had neergelegd, toen hij zag dat hij daar niet meer lag, schreeuwde hij het uit en ging achter Bilbo aan. Bilbo kon op het laatste moment de ring omdoen, die hem tot zijn verbazing onzichtbaar maakte. Toen hij ontsnapt was van het schepsel, duurde het niet lang voor hij de dwergen weer gevonden had.
Ze reisden door tot ze op een open plek kwamen, ze hoorden wolven gehuil en toen kwamen er wargen. De dwergen, Bilbo en Gandalf klommen in de bomen, maar ze waren niet lang veilig. Terwijl Gandalf de vacht van de wargen in de fik zette, kwamen er aardmannen aan die de bomen in de fik zetten. Toen alle hoop tevergeefs was, kwamen de arenden hen redden.
Na een kort verblijf bij de arenden worden ze naar lager land gebracht en gaan ze naar Beorn. De dwergen introduceren zich 2 bij 2, zodat Beorn niet boos zou worden. Ze krijgen van Beorn een heerlijk maal, waarna ze gaan slapen. Bilbo wordt s'nachts wakker en ziet een aantal beren buiten, die, zo lijkt het, een bijeenkomst hebben. Bilbo valt daarna weer in slaap.
De volgende ochtend vertrokken ze met pony's, die ze geleend hadden van Beorn, richting het Demsterwold. Tijdens het rijden ziet Bilbo soms een beer met hen mee rennen. Als ze aan de rand van het Demsterwold komen, zegt Gandalf dat de pony's teruggestuurd moeten worden, want Beorn wilt niet dat er wat met zijn pony's gebeurd. Gandalf zegt ook dat Beorn hen in de gaten houdt en Bilbo's ogen meer zien dan die van de dwergen.
Ze gaan het Demsterwold in, Gandalf gaat niet mee, maar geeft hen wel dringend advies dat ze op het pad moeten blijven. Maar dat slaan ze snel in de wind en worden belaagd door reuzachtige spinnen. De spinnen wikkelen de dwergen in hun webben tot ze in een cocon zitten. Bilbo echter ontsnapte aan de horror en verwarde de spinnen door met de hulp van zijn ring onzichtbaar te blijven en toen de spinnen niet opletten, bevrijdde Bilbo hen. Maar Thorin is niet meer bij hen, hij is gevangen genomen door de bos-elven.
De volgende dag worden de dwergen en Bilbo ook weer gevangen genomen, maar Bilbo ontsnapt met hulp van zijn ring. En bedenkt een list om de rest van de dwergen te bevrijdden. Hij doet dat door middel van de dwergen in de lege vaten die door de elven in een rivier gegooid stoppen, zodat ze zo vrij konden komen.
Even later komen ze bij de berg aan en Bilbo herinnert zich de runes, dus waarschuwt hij Thorin, die met zijn sleutel de magische deur opent. Bilbo wordt naar binnen gestuurd en gaat naar Smaug, natuurlijk met zijn ring om en voert een conversatie met de draak. Als de draak afwezig is, gaan de dwergen en Bilbo de zaal binnen en vullen hun zakken met goud. Thorin die zocht een bepaald iets, de Arkensteen, die Bilbo toevallig gevonden heeft en niet aan Thorin gaf.
Ondertussen wordt Smaug gedood door de mensen in Meerstad. Dat wordt vertelt aan de dwergen door een raaf. Thorin stuurt de raaf om alle dwergen te halen. Want degene die Smaug gedood had, Bard, maakte zich klaar om met zijn leger de schatten van Smaug op te halen. Thorin wil niks van de schat aan hem geven, ookal komt een deel hem toe. Dus wanneer er onderhandelingen plaatsvinden, geeft Bilbo de Arkensteen aan Bard. Thorin is daardoor zeer woest en stuurt de hobbit weg.
Maar de dwergen waren al op weg naar hen en de legers van de mensen en de elven maakten zich ook klaar, ze kregen ook te horen dat aardmannen en wargen onderweg waren. Dit is de oorlog van de 5 legers, maar het lot keerde zich tegen hen, ze stonden er slecht voor. Voordat Bilbo flauwvalt, ziet hij nog wel hun redding, de arenden.
Blijkbaar hadden de arenden en Beorn ervoor gezorgd dat de aardmannen en de wargen niet wonnen. Maar Thorin is stervende, hij prijst Bilbo en hij vertelt hem hoe ze hebben gewonnen. Dain, de broer van Thorin, wordt koning en geeft een deel van de schat aan Bard, de elvenkoning.
Bilbo keert samen met Gandalf terug naar huis en begint met het opschrijven van zijn verhaal: ''Daarheen en weer terug''.
De volgende dag komen in paren steeds dwergen aan de deur, in totaal 13, de namen zijn: Dori, Ori, Nori, Bifur, Bofur, Bombur, Gloin, Oin, Kili, Fili, Balin, Dwalin en Thorin. Dan staat ook Gandalf voor de deur en bestellen de dwergen ieder hun lekkernijen, zonder dat er een dankje afging en dat irriteerde Bilbo zeer, hij vond het de verschrikkelijkste woensdag ooit.
Als ze ook hebben avond gegeten, begint Thorin aan zijn verhaal en legt de operatie uit, dat hij met de dwergen naar de Nevelbergen ging om het goud dat de draak Smaug gestolen heeft terug te claimen. Dan vertelt Thorin dat hij nog iemand mist, een Inbreker en hij zegt dat Gandalf hem had ingefluisterd dat Bilbo een goede Inbreker zou zijn. Dan borrelt het avontuurlijke deel in Bilbo op en gaat hij akkoord om mee te gaan.
De volgende ochtend zijn de dwergen vertrokken, na een haastig ontbijt, zonder Bilbo. Als Bilbo wakker wordt, hoopt hij dat het allemaal een droom was, maar als hij de keuken binnenloopt dat vol met vuile vaat staat, weet hij dat het toch echt is gebeurd. Dan verwijt Gandalf Bilbo dat het erg laat is en hij op moet schieten om de dwergen in te halen en er geen tijd is voor een uitgebreid ontbijt.
Dan gaat Bilbo de dwergen achterna, met in zijn achterhoofd dat hij om 11 uur in de Groene Draak moet zijn, daar heeft hij slechts 10 minuten voor. Daar staan de pony's klaar en krijgt hij van Dwalin een kap - Bilbo had geen tijd om kleren in te pakken - en Thorin zei dat hij erop kon klimmen en ze vertrokken. Ze hadden nog niet ver gereden toen Gandalf aankwam op Shadowfax.
Ze kampeerden waar ze waren en zochten een groepje bomen op terwijl het regende. Een van de pony's schrok en rende een rivier in, waardoor Fili en Kili bijna verdronken en alle bagage die zij bij zich hadden was weggespoelt. Ergens zagen licht en daar stuurden ze Bilbo op af. Bilbo vond 3 trollen en zat te dubben of hij hun zakken zou rollen of het zou melden aan de dwergen. Hij koos voor het eerste en daardoor werden de dwergen door een reeks gebeurtenissen gevangen genomen. Gandalf vervormde zijn stem tot een van de trollen en toen zij aan het ruziën waren over hoe ze de dwergen gingen opeten. Gandalf houdt hen aan het ruziën tot de eerste zonnestralen hen raakten en ze verasten. Ze vonden in de grot van de trollen zwaarden die gebruikt waren in de oorlog tegen de aardmannen. Gandalf en Thorin namen ieder een en Bilbo nam een kleine dolk in een leren schede die voor hem zo groot is als een klein zwaard.
Als ze verder reizen komen ze aan bij Rivendell, daar heerst heer Elrond, de Elfenkoning, die legt uit wat maan runen zijn die staan op de kaart die Thorin met zich meedraagt. Hij vertelt ook dat het zwaard van Thorin - Orcrist - en het zwaard van Gandalf - Glamdring. Ze hebben daar een goede tijd, maar vertrekken na 14 dagen weer.
Ze gingen richting bergen reizen en toen het hevig stormde, gingen Fili en Kili een grot zoeken. Ze hadden er een gevonden en ook alle pony's pasten er allemaal in. Maar wat ze niet wisten, was dat de grot gelinkt is aan een groot netwerk van gangen die van de aardmannen zijn. Toen ze sliepen had Bilbo boze dromen over dat de grond schudde en de muur wegschoof. Bilbo wordt schreeuwend wakker toen de dwergen werden aangevallen door de aardmannen. Ze werden gevangen genomen en Thorin werd ondervraagd over zijn zwaard. Plotseling was er een wit ligt en redde Gandalf de dwergen.
Toen ze vluchtten van de aardmannen, werd Bilbo gescheden van de rest. Hij kwam toen ergens in de grotten een schepsel tegen dat Gollem heet. Hij vindt daarvoor nog een ring, die zeer dierbaar is voor het schepsel. Gollem zei dat als hij zijn raadsels niet kon raden hij hem zou opeten. Na een paar raadels wordt het voor Bilbo erg heet onder de voeten en probeert hij nog tijd te rekken met een laatste raadsel: Wat heb ik in mijn zak? Hij kan het niet raden en gaat naar zijn plek waar hij zijn ring had neergelegd, toen hij zag dat hij daar niet meer lag, schreeuwde hij het uit en ging achter Bilbo aan. Bilbo kon op het laatste moment de ring omdoen, die hem tot zijn verbazing onzichtbaar maakte. Toen hij ontsnapt was van het schepsel, duurde het niet lang voor hij de dwergen weer gevonden had.
Ze reisden door tot ze op een open plek kwamen, ze hoorden wolven gehuil en toen kwamen er wargen. De dwergen, Bilbo en Gandalf klommen in de bomen, maar ze waren niet lang veilig. Terwijl Gandalf de vacht van de wargen in de fik zette, kwamen er aardmannen aan die de bomen in de fik zetten. Toen alle hoop tevergeefs was, kwamen de arenden hen redden.
Na een kort verblijf bij de arenden worden ze naar lager land gebracht en gaan ze naar Beorn. De dwergen introduceren zich 2 bij 2, zodat Beorn niet boos zou worden. Ze krijgen van Beorn een heerlijk maal, waarna ze gaan slapen. Bilbo wordt s'nachts wakker en ziet een aantal beren buiten, die, zo lijkt het, een bijeenkomst hebben. Bilbo valt daarna weer in slaap.
De volgende ochtend vertrokken ze met pony's, die ze geleend hadden van Beorn, richting het Demsterwold. Tijdens het rijden ziet Bilbo soms een beer met hen mee rennen. Als ze aan de rand van het Demsterwold komen, zegt Gandalf dat de pony's teruggestuurd moeten worden, want Beorn wilt niet dat er wat met zijn pony's gebeurd. Gandalf zegt ook dat Beorn hen in de gaten houdt en Bilbo's ogen meer zien dan die van de dwergen.
Ze gaan het Demsterwold in, Gandalf gaat niet mee, maar geeft hen wel dringend advies dat ze op het pad moeten blijven. Maar dat slaan ze snel in de wind en worden belaagd door reuzachtige spinnen. De spinnen wikkelen de dwergen in hun webben tot ze in een cocon zitten. Bilbo echter ontsnapte aan de horror en verwarde de spinnen door met de hulp van zijn ring onzichtbaar te blijven en toen de spinnen niet opletten, bevrijdde Bilbo hen. Maar Thorin is niet meer bij hen, hij is gevangen genomen door de bos-elven.
De volgende dag worden de dwergen en Bilbo ook weer gevangen genomen, maar Bilbo ontsnapt met hulp van zijn ring. En bedenkt een list om de rest van de dwergen te bevrijdden. Hij doet dat door middel van de dwergen in de lege vaten die door de elven in een rivier gegooid stoppen, zodat ze zo vrij konden komen.
Even later komen ze bij de berg aan en Bilbo herinnert zich de runes, dus waarschuwt hij Thorin, die met zijn sleutel de magische deur opent. Bilbo wordt naar binnen gestuurd en gaat naar Smaug, natuurlijk met zijn ring om en voert een conversatie met de draak. Als de draak afwezig is, gaan de dwergen en Bilbo de zaal binnen en vullen hun zakken met goud. Thorin die zocht een bepaald iets, de Arkensteen, die Bilbo toevallig gevonden heeft en niet aan Thorin gaf.
Ondertussen wordt Smaug gedood door de mensen in Meerstad. Dat wordt vertelt aan de dwergen door een raaf. Thorin stuurt de raaf om alle dwergen te halen. Want degene die Smaug gedood had, Bard, maakte zich klaar om met zijn leger de schatten van Smaug op te halen. Thorin wil niks van de schat aan hem geven, ookal komt een deel hem toe. Dus wanneer er onderhandelingen plaatsvinden, geeft Bilbo de Arkensteen aan Bard. Thorin is daardoor zeer woest en stuurt de hobbit weg.
Maar de dwergen waren al op weg naar hen en de legers van de mensen en de elven maakten zich ook klaar, ze kregen ook te horen dat aardmannen en wargen onderweg waren. Dit is de oorlog van de 5 legers, maar het lot keerde zich tegen hen, ze stonden er slecht voor. Voordat Bilbo flauwvalt, ziet hij nog wel hun redding, de arenden.
Blijkbaar hadden de arenden en Beorn ervoor gezorgd dat de aardmannen en de wargen niet wonnen. Maar Thorin is stervende, hij prijst Bilbo en hij vertelt hem hoe ze hebben gewonnen. Dain, de broer van Thorin, wordt koning en geeft een deel van de schat aan Bard, de elvenkoning.
Bilbo keert samen met Gandalf terug naar huis en begint met het opschrijven van zijn verhaal: ''Daarheen en weer terug''.